Rwanda

Het is onmogelijk om het verhaal van Rwandese koffie te vertellen zonder stil te staan bij de geschiedenis van het land. De genocide in de jaren negentig drukte een stempel op de ontwikkeling van de koffie-industrie in het land. Gelukkig is er na deze tragische gebeurtenis een hoop gebeurd op het gebied van koffieproductie, de kwaliteit, en haar toevoeging aan de Rwandese economie.

Wist je dat?

Wist je dat?

  • Vrouwelijke ondernemers hebben een groot verschil gemaakt in de Rwandese specialty koffie industrie. Een voorbeeld is Epiphanie Mukashyaka van Buf Café. Zij heeft na de genocide als weduwe haar eigen washing station opgericht waar nu honderden boeren bij angesloten zitten.
  • Rwanda heeft een “Cup of Excellence” wedstrijd.  Een soort Olympische Spelen voor koffie. En ja, ze scoren vaak hoog.
  • Rwanda wordt ook wel het “Zwitserland van Afrika” genoemd.  Niet vanwege de kaas, maar vanwege de glooiende heuvels en het frisse hooglandklimaat.

Over Rwanda

Geschiedenis

De koffiestruik werd in de jaren 1900 in Rwanda geïntroduceerd door Duitse missionarissen. Vanaf de jaren ’30 werd koffie onder Belgisch koloniaal bestuur dwangmatig tot een belangrijke motor voor de economie gemaakt. Boeren werden verplicht koffie te telen tegen opgelegde prijzen, met hoge exportbelastingen en enorm magere winst. De hoeveelheid koffie die Rwanda produceerde was massaal, maar van lage kwaliteit. Het kwam enkel terecht in commerciële blends als opvulling. Deze uitbuiting bleef structureel voortbestaan tot na de onafhankelijkheid in 1962. Misschien verklaart dit voor een groot deel waarom veel Rwandezen vandaag de dag niets moeten hebben van koffie en ze liever thee drinken.

In de jaren ‘90 kwam er een nog grotere breuk in de relatie met koffieproductie. Terwijl de wereldmarktprijs voor koffie kelderde, werd Rwanda in 1994 getroffen door een van de grootste tragedies uit de moderne geschiedenis: de genocide. Het betekende bijna het einde van de koffiesector zoals men die op dat moment kende. Verwerkingsstations lagen in puin en de motivatie om koffie te produceren was laag. 

Met steun van internationale partners, private investeerders en vooral de inzet van de boeren zelf, begon het land aan een indrukwekkende wederopbouw. In de jaren 2000 werd een nationale koffiestrategie gelanceerd, die zich richtte op kwaliteit in plaats van kwantiteit. 

Over het hele werden er modernere washing stations opgezet, werden trainingen opgezet in oogst en verwerking en ontstonden er coöperaties die boeren eerlijkere prijzen boden. Vandaag telt Rwanda bijna een half miljoen kleine koffieboeren, en is koffie uitgegroeid tot het vierde grootste exportproduct.